Zomereik (Quercus robur)
Orde: Fagales
Familie: Fagaceae
Geslacht: Quercus
Bloeitijd : april - mei
Vruchtvorming: september - oktober
Bladeren en vruchten
De zomereik verliest zijn bladeren tijdens de winter. De bladeren zijn ovaal en onregelmatig gelobd, met 3 tot 7 bochtige insnijdingen. De bladvoet is oorvormig teruggebogen, wat typisch is voor deze eikensoort. De bladeren groeien in groepjes aan de toppen van de twijgen, in tegenstelling tot de wintereik, waarbij de bladeren verder uit elkaar staan. De grijze schors vertoont diepe groeven. De eik bloeit onopvallend, maar de mannelijke bloemen, gele katjes, zijn makkelijk te herkennen. De vrucht van de zomereik, de eikel, hangt aan een lange steel. Een eik moet minstens 10 jaar oud zijn voordat hij vruchten draagt.
Biodiversiteit
De zomereik is erg belangrijk voor de biodiversiteit en herbergt een groot aantal diersoorten. Het dode hout van oude eiken bevordert de voortplanting en nestbouw van vele diersoorten zoals de wilde bij. In de ruwe schors overwinteren kleine ongewervelde dieren en de knoppen en bladeren worden erg gesmaakt door insectenlarven. Op de bladeren en twijgen van de eik ontwikkelen zich eveneens makkelijk gallen, ronde gezwellen met daarin het eitje van een insect.
Gebruik
Het hout van de eik is erg sterk en hoeft niet te worden behandeld voor gebruik in open lucht. Het is dus een ideale boomsoort voor buiteninrichtingen. Eikenhout is rijk aan looizuur en wordt gebruikt voor het maken van vaten. Het hout geeft aan wijn een aroma van gegrilde amandelen en karamel.