Tjiftjaf (Phylloscopus collybita)
Orde: Passeriformes (zangvogels)
Familie: Phylloscopidae
Geslacht: Phylloscopus
Nest en habitat
Tijdens de nestperiode vind je hem terug in het bos op plaatsen waar er voldoende bodembedekking is om zich te nestelen. In de winter verandert hij van habitat en nestelt in kreupelhout en struikgewas, parken en tuinen. Zijn nest bevindt zich meestal in bomen, maar kan ook op de grond gebouwd zijn. In dit laatste geval, zal het diep verstopt zijn in het struikgewas om zich te beschermen tegen roofdieren zoals de hermelijn, de kat of de kraai. Een nest bevat meestal 5 tot 6 eieren. Gedurende de broeiperiode die ongeveer 2 weken duurt (april-mei), blijft het vrouwtje op het nest terwijl het mannetje het territorium beschermt.
Mooie dagen
Het voedsel van de tjiftjaf bestaat hoofdzakelijk uit kleine insecten en spinnen die hij tussen de bladeren vindt, maar soms voedt hij zich ook met granen en vruchten. De tjiftjaf is een van de eerste trekvogels die in de lente terugkeren naar hun voortplantingsplek. Zijn zang kondigt dan ook de komst van de mooie dagen aan. Hij verlaat onze streken tegen het einde van de herfst en overwintert rond het Middellandse Zeegebied en in West-Europa waar het klimaat zachter is.
Oorsprong naam
De naam tjiftjaf ontlenen de vogels aan de karakteristieke zang op twee toonhoogtes. Engelstaligen hebben dit vertaald door 'chiffchaff', Nederlandstaligen door 'tjiftjaf'.