Dood hout

Oude bomen en dode bomen worden vaak ten onrechte als onbelangrijk beschouwd en ze ter plaatse laten liggen komt bij velen over als slordig en rommelig. Vanuit ecologisch oogpunt ligt het totaal anders, want dode bomen dragen bij tot de gezondheid en het evenwicht van het ecosysteem van een bos.

Behoud van de biodiversiteit

Verschillende studies tonen aan dat dood hout toelaat een groot deel van de biodiversiteit en de vruchtbaarheid van bossen te behouden via het recycleren van houtstof en cellulose. Bijna 85% van de paddestoelen en 25% van de bosfauna hangen af van dood hout. Kevers, vogels, korstmossen, mossen, paddestoelen,... Ze hebben allemaal dood hout nodig als beschutting, broedplaats, woonplaats of voedselbron. Dood hout is dus onmisbaar voor het behoud van de biodiversiteit van een bos. Grote bomen met holtes of spleten hebben een groot potentieel om andere soorten te herbergen. In de mate van het mogelijke wordt vermeden om grote bomen te kappen. Rechtstaande dode bomen herbergen immers andere soorten dan dode bomen die op de grond liggen. Ze zijn dus onmisbaar voor het behoud van bepaalde soorten. Om veiligheidsredenen is het echter niet altijd mogelijk om grote bomen te laten staan, naast een wandelweg bijvoorbeeld.

Een risico voor de andere bomen?

In een evenwichtige zone stellen dode bomen geen enkel gevaar voor andere bomen wat de verspreiding van ziektes of parasieten betreft. Saprofytische insecten (die zich voeden met dood hout) of andere koloniserende soorten van dood hout zijn verschillend van soorten die zich op levende bomen ontwikkelen. Heel wat soorten die op dood hout leven houden de ontwikkeling van schadelijke soorten op levende bomen onder controle.